Om braille te schrijven werd, afgezien van de productie in een drukkerij, aanvankelijk alleen de priklei met prikpen gebruikt. Later zijn er brailleschrijfmachines op de markt gekomen. Dat was in de eerste helft van de twintigste eeuw. Dit waren machines waaraan geen elektriciteit te pas kwam. In de tweede helft van de twintigste eeuw zijn elektrische brailleschrijfmachines ontwikkeld, waarbij het elektrische gedeelte ervoor zorgde dat je voor de toetsaanslag minder krachtinspanning hoefde te leveren. Zoals bij de mechanische brailleschrijfmachines wordt ook in deze uitvoering het brailletoetsenbord gebruikt. Typemachinefabrikant IBM heeft vermoedelijk als enige een elektrische brailleschrijfmachine op de markt gebracht die een qwerty-toetsenbord had. De uitvoer was brailleschrift. Van deze machine zijn er in Nederland maar weinig in gebruik geweest.
Informatie over het brailleschrift is te vinden op
https://braille-autoriteit.org/ (nieuw venster)
Informatie over de ontwikkeling en introductie van het brailleschrift, de oprichting van brailledrukkerijen inbegrepen, kunt u vinden in Braille van a tot z. Zie op deze website:
naar Over het brailleschrift gesproken - circa 12.000 woorden
De priklei met prikpen is waarschijnlijk het oudste gereedschap voor het schrijven van een tekst in braille. Tot in de jaren vijftig van de twintigste eeuw werden de meeste brailleboeken met behulp van de priklei vervaardigd. Maar ook bij de inzet van brailleschrijfmachines was er van een boek, afgezien van het schoolboek, in de regel slechts één exemplaar beschikbaar.
De priklei, oorspronkelijk van metaal, later ook van kunststof gemaakt, bestaat uit twee bladen die door middel van een scharnier met elkaar verbonden zijn. Hierdoor kun je de lei openslaan, onder meer om een vel papier erin te leggen.
Bij de enkelzijdige priklei zorg je ervoor dat het scharnier aan de linkerkant van de dichtgeklapte lei zit. In het bovenliggende blad van de lei zijn rijen rechthoekige open vakjes te zien. Per vakje kan één brailleteken worden gemaakt. De puntjes waaruit het teken bestaat prik je met de prikpen binnen de omlijsting van het vakje in het papier. Aan de andere kant van het papier worden de puntjes opgevangen in de holletjes waarmee het onderliggende blad van de lei is voorzien. Die holletjes zijn zodanig vormgegeven dat de puntjes een structuur hebben die stevig is en prettig om te voelen. Goede punten zijn bovendien verbazingwekkend duurzaam.
Omdat de letters aan de onderkant van het vel papier verschijnen, moeten de letters in spiegelschrift worden geschreven, wat wil zeggen dat je bij het prikkend schrijven van rechtsboven naar linksonder werkt.
Bij enkelzijdige prikleien sluiten de regels met vakjes voor de tekens nauw op elkaar aan. Bij dubbelzijdige prikleien wordt er als het ware telkens een regel overgeslagen. Als je een leeg vel in zo'n dubbelzijdige lei hebt gelegd, zorg je ervoor dat het scharnier aan de linkerkant zit. Nadat je de vakjes van het dan bovenliggende blad voor het schrijven hebt gebruikt (en je dus linksonder bent aangekomen), sla je de gesloten lei als het ware naar links om. Het scharnier bevindt zich dan aan de rechterkant van de lei. Vervolgens ga je bovenaan rechts verder met schrijven. De puntjes die je dan prikt, komen tussen de regels terecht die je hebt gebruikt toen het scharnier van de lei nog links zat. Zij worden dus opgevangen in de holtes van de tussenruimten.
met de dubbelzijdige lei krijg je niet meer tekens op een vel papier dan met de enkelzijdige. Wellicht is de dubbelzijdige lei gemaakt vanuit de veronderstelling dat het brailleschrift gemakkelijker leesbaar is als de regels tekst niet dicht onder elkaar staan.
Voor de brailledrukkerijen werd al spoedig een techniek ontwikkeld waardoor dubbelzijdig kon worden gedrukt zonder dat er sprake was van interlinie. De gaatjes van de puntjes aan de achterzijde van het vel vielen net naast de puntjes van de voorzijde van het vel. In relatie tot de ontwikkeling van computers voor thuisgebruik zijn ook relatief kleine brailleprinters ontwikkeld. Bij deze kun je kiezen tussen dubbel- en enkelzijdig afdrukken.
Hieronder staan afbeeldingen van enige prikpennen en prikleien, een kleine keuze uit onze collectie. De dubbelzijdige priklei en de priklei op plank zijn waarschijnlijk van vóór 1940; de zakpriklei is rond 1990 geproduceerd.
Klik hier om de afbeeldingen in een grotere uitvoering te zien en voor meer informatie
De brailleschrijfmachine is wat de functie betreft vergelijkbaar met de gewone typemachine. De brailleschrijfmachine heeft echter minder toetsen. Dit komt doordat ervoor kon worden gekozen dat de gebruiker zélf de letters en andere tekens maakt.
Hieronder staan afbeeldingen van enkele brailleschrijfmachines, een klein gedeelte van het aantal dat tot onze collectie behoort.
Klik hier om de afbeeldingen in een grotere uitvoering te zien en voor meer informatie
Voor de vorming van de letters en de tekens heeft de stenomachine dezelfde toetsen als de gewone brailleschrijfmachine. Het bijzondere van de stenomachine is dat je niet op een vel papier schrijft maar op een papieren strook. Die strook zit op een rol. Het voordeel is dat je bij het schrijven geen rekening behoeft te houden met het bereiken van het einde van een regel. Je kunt hierdoor een hogere schrijfsnelheid behalen. Voeg je dit voordeel bij het gebruik van verkort schrift, dan is het goed mogelijk dat je met behulp van een stenomachine een stenogram kunt maken van in spreektempo uitgesproken tekst.
Hieronder zijn afbeeldingen te bekijken van drie stenomachines. We hebben meerdere stenomachines in de collectie.
Klik hier om de afbeeldingen in een grotere uitvoering te zien
De typemachine lijkt uitgevonden te zijn om blinden de mogelijkheid te bieden teksten te schrijven die zienden kunnen lezen. Op Wikipedia.com vonden we op 6 november 2021 een Engelse tekst die in een vertaling naar het Nederlands als volgt luidde:
Pellegrino Turri (1765-1828), een Italiaanse uitvinder, vond aan het begin van de negentiende eeuw een mechanische typemachine uit, een van de eerste typemachines (tegenstrijdige verhalen suggereren 1801, 1806 of 1808) voor zijn blinde vriendin gravin Carolina Fantoni da Fivizzano. Hij vond ook carbonpapier uit om de inkt voor zijn machine te leveren.
Volgens een andere versie werd de machine in 1802 uitgevonden door Agostino Fantoni uit Fivizzano, neef van de Italiaanse dichter Labindo, om zijn blinde zus te helpen, terwijl Turri alleen Fantoni's machine verbeterde en in 1806 het carbonpapier uitvond.
Hoewel er niet veel bekend is over de machine, zijn enkele van de brieven die de gravin erop heeft geschreven bewaard gebleven. De roman The Blind Contessa's New Machine uit 2010, geschreven door Carey Wallace, is gebaseerd op hun verhaal, hoewel het een semi-fictief verslag is dat hen als geliefden afschildert, ondanks dat de overgebleven brieven geen enkele verwijzing naar een affaire bevatten. De brieven spreken Turri aan als "mijn beste vriend", en bespreken haar voortgang bij het leren gebruiken van het apparaat.
Tot omstreeks 1960 werd op de blindeninstituten in Grave in het onderwijs de letterdoos gebruikt. Dit systeem was bedoeld om teksten te kunnen schrijven die zienden konden lezen. Door het reliëf kon de blinde zelf de letters ook lezen.
Hieronder kunnen enige afbeeldingen van (onderdelen van) een letterdoos worden bekeken.
Klik hier om de afbeeldingen in een grotere uitvoering te zien en voor meer informatie
De ontwikkeling van de computer voor particulier gebruik bood een mooie oplossing voor een groot probleem van blinden en slechtzienden, mits het scherm kon worden afgelezen. Slechtzienden waren gediend met vergroting, blinden met een brailleleesregel. Hierin werd in de loop van de jaren tachtig van de twintigste eeuw voorzien. Voor degenen die niets aan vergroting of braille hadden, kwam enige jaren later synthetische spraak ter beschikking, geleidelijk aan van steeds betere kwaliteit. Degenen die zich met vergroting en braille konden redden, gebruikten de synthetische spraak ter ondersteuning.
De computer met zijn aanpassingen was daarom zo belangrijk, omdat deze voorziening de blinden en slechtzienden eindelijk in staat stelden wat ze geschreven hadden zelf te controleren en zo nodig te wijzigen.
Voor het geschikt maken van de computer voor slechtzienden was specifieke software nodig, voor zover de ingebouwde voorzieningen van de reguliere besturingssoftware niet toereikend was. Er kwamen vergrotings- en spraakprogramma's op de markt, soms gecombineerd. Voor de schermuitvoer in braille was naast software ook hardware nodig.
Aanvullend op wat we in de categorie Lezen laten zien, tonen we hieronder enige computers met aanpassingen uit onze collectie.
Klik hier om de afbeeldingen in een grotere uitvoering te zien en voor meer informatie
terug naar boven
naar de beginpagina van hulp- en leermiddelen
naar de beginpagina van de collectie van lectuur
naar de beginpagina van interviews
naar de beginpagina van de website