Nederlandse Blindenbond,
Bondssecretaris, C.J. van den Brink, Heilostraat 24, Den Haag.
Telefoon: 070-363332.
1. Opening
2. Notulen van de bondsraad 1968, zie blz. 10
3. Gedachtenwisseling, zie blz. 15
4. Rondvraag en sluiting
De navolgende suggesties zijn ter discussie gesteld:
Dat wij zowel op kadercursussen als in ledenvergaderingen, ons bezinnen op de argumenten, waarmee wij ook zienden, zoveel als in ons vermogen is, kunnen overtuigen van de redelijkheid van onze eis tot integratie.
Toelichting
Voor de blinden is deze eis, in meerdere mate dan voor de zienden, iets, dat vanzelf spreekt. Wij hebben meer argumenten nodig om bijvoorbeeld een kamerlid ervan te overtuigen dat wij recht hebben op een blindenrente; of om een bestuurslid van een vereniging voor blinden te doen inzien, dat hij, om doelmatig te kunnen werken, voorlichting nodig heeft van een blind medebestuurslid. Ook, wanneer wij een ambtenaar van sociale zaken er van willen overtuigen dat een bepaalde blinde op een bepaalde uitkering recht heeft, moeten wij weten waarom wij dat willen.
Wij moeten tegenover al dergelijke instanties zo stevig mogelijk in onze schoenen staan. Daarvoor is nodig dat wij ons bezinnen, op argumenten die door hen kunnen worden aanvaard. Wij moeten een methode ontwikkelen, waarmee wij in elk concreet geval tot een aanvaardbare oplossing geraken.
1. Het via de Nederlandse Blindenraad beleggen van regionale bijeenkomsten van blinden w.s.w.-werkers, waarbij tekortkomingen en grieven naar voren kunnen worden gebracht. Daarbij zou een rapporteur aanwezig moeten zijn. Aan de hand van diens rapport zou een onderzoek moeten worden gedaan naar de juiste gang van zaken, gevolgd door de nodige maatregelen.
2. Is het mogelijk in het wekelijks radioprogramma van het Nederlandse Blindenwezen meer bekendheid te geven aan het program van actie van de Nederlandse Blindenraad?
Bij belangrijke vergaderingen, zoals bondsvergadering, bondsraad e.d. voortaan enkele zienden vooraf te benaderen met het verzoek, zitting te nemen in een assistentiecommissie en eventueel stemcommissie, die gedurende de hele vergadering beschikbaar is.
Toelichting
De praktijk in de laatste bondsvergadering heeft bewezen, dat het steunen op toevallig aanwezige begeleiders steunen is op een gebroken rietstaf. Grote waardering hebben wij voor het vele werk, dat jarenlang door velen is verricht. Het telkens instellen van een assistentiecommissie zal de gang van zaken tijdens de bijeenkomst ten goede komen en de begeleiders ontlasten van een bindende maar onverplichte extra last.
De moeilijkheid te bespreken die er voor blinden is bij het ondertekenen van officiële stukken en na te gaan, of daar een redelijke oplossing voor te vinden is.
Toelichting
Veel blindgeborenen, maar ook de zgn. laat-blinden, hebben vaak de grootste moeite met het plaatsen van hun handtekening, zo zij dat al kunnen. Dit moet een gevoel van onvolwaardigheid geven. Het is ons niet bekend, welke voorschriften er dienaangaande zijn, maar zo mogelijk lijkt het ons goed ernaar te streven voor blinden een wettelijk erkend handtekeningsstempel te verkrijgen.
N.B.B. afdeling Utrecht e.o. geeft de bondsraadsvergadering in overweging zich te beraden op de volgende suggesties:
1. In overweging te nemen de kontinuïteit van een propagandist voor onze bond te garanderen.
Uit ervaring is gebleken:
A. een propagandist werft veel donateurs.
B. een propagandist geeft een grote of grotere bekendheid aan onze bond bijvoorbeeld bij oogartsen, specialisten en vooraanstaande personen uit het maatschappelijk leven.
C. de groei van ons ledental is daarvan zeker het gevolg.
2. In het programma van kaderweekends van hoofdbestuur met afdelingsbesturen ter bestudering en ter diskussie te stellen het 'rapport commissie jongerenbelangen' uitgebracht binnen St. Odilia.
Toelichting
Ook onze bond is gebaat bij de doordenking van vragen als bijvoorbeeld:
A. hoe jongere leden meer te betrekken bij het beleid in de bond en in het blindenwezen om onder meer verzekerd te zijn van een nieuw kader.
B. op welke manier kan de informatie aan de leden nog uitgebreid worden?
C. zou voor onze bond naast een regionale organisatie ook een categorale struktuur van belang kunnen zijn?
Het hoofdbestuur stelt een onderzoek in naar de mogelijkheid een culturele-paspoort-regeling in het leven te roepen, vergelijkbaar met het culturele jeugdpaspoort. Blijkt de mogelijkheid daartoe inderdaad aanwezig te zijn, dan zou realisatie bijv. kunnen geschieden via de Nederlandse Blindenraad, die ook de feitelijke uitvoering, zoals ook bij de geleidekaarten, op zich zou kunnen nemen.
Toelichting
voor vele blinde echtparen of alleenstaande blinden is schouwburg- of concertbezoek dikwijls een onbereikbare wens, daar een dergelijk bezoek ook kosten voor geleiders met zich meebrengt. Kortingen op vertoon van enigerlei paspoort kunnen een belangrijke steun vormen. De praktijk heeft verder aangetoond, dat het welhaast onbegonnen werk is de beoogde faciliteiten van schouwburg tot schouwburg en van concertzaal tot concertzaal uit te handelen.
(Overgeschreven door Klarinne Labooy-Koole.)