Dit jaar had weer enigszins een normaal karakter.
Over het ledental kan allereerst gezegd worden, dat dit op 1 januari 87 bedroeg, dat er negen leden zijn toegetreden, dat één lid naar elders is vertrokken, terwijl er drie leden hebben bedankt. Het ledental op 31 december bedroeg hierdoor 92.
Bestuurs- en ledenvergaderingen werden op normale wijze gehouden. Ook de bijeenkomsten van den hoofdbond zoals bondsvergaderingen en bondsdag werden door onze afgevaardigden en leden in behoorlijke sterkte bijgewoond.
Veel van de actie op plaatselijk gebied werd door het plaatselijk contact met de andere bonden overgenomen.
Van een te verwachten hervorming van de gemeentelijke blindenzorg is nog niet veel meer in het openbaar gemerkt dan dat de gegevens omtrent de Haagsche Blinden in een rapport zijn verzameld.
Wel beleefden we het heuglijke feit van het 25-jarig bestaan van de gemeentelijke werkinrichting; dat was op 29 october. Op de inrichting werd de officieele herdenking daarvan gehouden, waar vele autoriteiten en vertegenwoordigers aanwezig waren en het woord voerden. ’s Avonds was er een zeer gezellige feestavond, waarvan wel het hoogtepunt was, dat we het muziekcorps ‘kunst naar kracht’, geheel bestaande uit lotgenoten, slechts na enkele maanden van praktische oefening weer in oude glorie mochten hooren. Ook de toneelclub, eveneens bestaande uit onze Haagsche lotgenoten, luisterde op verdienstelijke wijze deze avond op, terwijl de oudste werker, ons vereenigingslid Koero, door den wethouder werd toegesproken en een waardering ontving voor zijn langdurige, getrouwe werkzaamheden op de inrichting. Bovendien werd deze feestvreugde dien dag verhoogd door de toekenning van de twee procent loonsuitkering, die ook aan gemeente-arbeiders is uitbetaald. De verhouding met autoriteiten kan hier ter stede als zeer prettig worden beschouwd.
Ook onze propaganda bloeide weer op: Zo had 30 januari een goedgeslaagde filmavond plaats in het Schoolmuseum en op 9 maart een propagandakunstavond waar onze leden Gusta van de Heyden en Joop Slegtenhorst met viool- en orgelspel de rede van den propagandist opluisterden. Ook deze avond was een succes. Ten slotte had nog een propaganda-avond plaats in samenwerking met de N.V., waaraan onze beide leden musici, zoëven genoemd, eveneens medewerkten. Op deze wijze verdiende de Haagsche Blindenvereniging mede door de activiteit van den propagandist weder haar sporen op dit moeilijke terrein.
Een kunstavond, voor de leden belegd, waar de bij ons reeds bekende Drs. De Voogt Faust voor ons besprak, had een waarderende belangstelling en weer lieten onze beide kunstenaars zich in bewonderenswaardig samenspel hooren.
Aan het einde van het jaar kwam nog eenige wijziging in het bestuur. Van den Berg bedankte namelijk wegens zijn drukke bezigheden als propagandist en later bedankte ook W. van Bennekom. Door een tussentijdse verkiezing werden zij vervangen door Van Dien en C. Berg uit Delft.
Een minder prettige geschiedenis in verband met onjuiste handelingen der propagandist verduisterde het vereenigingsleven. Hopelijk zal echter 1948 ook hiervan de juiste oplossing brengen.
Meenende hiermede alle hoofdpunten uit dit jaar te hebben aangestipt eindig ik met de hoop dat onze vereeniging ook in 1948 zich krachtig voor onze zaak zal roeren! Werkt allen mee!
C. Vis
(Overgeschreven door Klarinne Labooy-Koole.)
terug naar de beginpagina van de Haags(ch)e Blindenvereniging